Vaktermen in de horeca
In de horeca worden speciale vaktermen gebruikt die jij als horecatopper moet kennen. Hieronder lees je de vaktermen die regelmatig in de horeca worden gebruikt!
1. A la carte: de gast kiest zelf het gerecht aan de hand van de spijskaart.
2. Aperitief: is (meestal) een alcoholisch drankje dat de gast nuttigt voor het eten. Voorbeelden hiervan zijn martini, sherry of cocktails.
3. Couvert: het opdekken van het bestek en servies voor de gast.
4. Debarrasseren: het afruimen van de tafel volgens de richtlijnen.
5. Digestief: is (meestal) een alcoholisch drankje wat na de maaltijd gedronken wordt. Voorbeelden hiervan zijn: wshisky, rum, cognac, limocello, licor 43, amaretto, sambuca.
6. Mise en place: het uitvoeren van alle voorbereidende taken. Werkzaamheden die zorgen voor een hogere snelheid van de service zoals: alles van tevoren klaarzetten, voorbereiden maaltijd, dekken van de tafels etc.
7. Placeren: behulpzaam zijn voor gasten bij het plaatsnemen aan tafel.
8.Poleren: het vlekvrij afdrogen van servies, bestek en glazen. Hierbij zorgt je dat het weer glanst en vlekvrij is.